Bij het kiezen van verlichting kijken we al snel naar de vormgeving van een lamp. Wat staat het mooist boven de eettafel: een sierlijke kroonluchter, een hippe rotan hanglamp of een industriële lamp? Toch komt er meer bij kijken dan alleen esthetiek.
Het begrijpen van de lichtkwaliteit is essentieel voor het uitvoeren van verschillende taken in huis. Vaak zijn huizen overbelicht met downlights in een rasterpatroon aan het plafond. Mensen kiezen er daarom vaak voor om vloerlampen en tafellampen toe te voegen om sfeer te creëren en nuttig licht zonder verblinding en overmatige helderheid te verkrijgen.
Layered lighting principe
Bij het ontwerpen van de verlichting voor je huis moet je rekening houden met de kleuren van muren, plafonds, vloeren en andere afwerkingen. Witte muren en lichte oppervlakken reflecteren het licht, wat kan leiden tot verblinding en een kille sfeer als je niet oppast. Aan de andere kant vereisen donkere interieurs extra verlichting om somberheid te voorkomen.
Een verlichtingsplan geeft houvast, maar het werkt nog beter om ook een dwarsdoorsnede van je huis te maken. “Je kijkt nooit van bovenaf naar je huis. Daardoor vergeten mensen vaak dat lampen ook op verschillende hoogtes geplaatst moeten worden. Layered lighting, heet dat.”
Dus, hoeveel licht is genoeg?
Wetenschappelijk gezien kunnen de volgende Lux-niveaus als richtlijn dienen voor het plannen van je verlichting:
– Keukens: 160-240 Lux op werkbladen
– Badkamers: 80 Lux
– Woonkamers: 80 Lux
– Slaapkamers: 40-80 Lux
– Functionele ruimtes: 80 Lux
– Thuiswerkplekken: 320 Lux op het werkoppervlak
Voor het grootste deel van het huis is een gemiddelde verlichtingssterkte van 80 Lux voldoende. Dit betekent niet dat elke ruimte uniform verlicht moet zijn. Je kunt variëren met accentverlichting, taakverlichting en sfeerverlichting om de juiste sfeer te creëren.
Nadat je de basisverlichting hebt geregeld, kun je beginnen met het toevoegen van taakverlichting en accentverlichting om je huis echt tot leven te brengen. Lichtkwaliteit is een cruciaal aspect bij het bereiken van de gewenste verlichtingseffecten.
Armatuur factoren
De massale invoer van LED-verlichting heeft soms geleid tot teleurstellingen vanwege de slechte lichtkwaliteit van sommige armaturen. Lichtkwaliteit hangt af van vier belangrijke factoren:
Kleurweergave: Het vermogen van een lichtbron om kleuren natuurgetrouw weer te geven.
Consistentie van wit: De kleurtemperatuur van het licht en de consistentie daarvan tussen verschillende lampen.
Verblinding beheersen: Het creëren van licht zonder verblinding is essentieel voor een goed armatuurontwerp.
Efficiëntie: Hoeveel energie wordt gebruikt om licht te creëren en hoeveel van het geproduceerde licht daadwerkelijk de kamer binnenkomt.
Advies van Annelies Valentijn;
Lampen op ooghoogte, zoals een leeslamp naast een fauteuil en de lamp boven de eettafel, gaan vaak nog wel goed. Maar de onderste en bovenste zone worden vaak vergeten, wat resulteert in donkere vlekken op de vloer en bij het plafond. Overdag merk je dit misschien niet, maar ’s avonds valt het meteen op, vooral in huizen met hoge plafonds of bijzondere details zoals ornamenten.
Verlicht in elke ruimte minimaal twee zones. Daarmee voorkom je donkere hoeken en kun je de sfeer in een kamer beter bepalen. Je kunt drie lampen kopen en die altijd aanzetten, maar dan zit je de hele dag in hetzelfde lichtbeeld. Het is fijner om de ene keer je vloerlamp en leeslamp aan te kunnen zetten, en de andere keer je inbouwspots en je tafellamp. En zet overal dimmers op, zodat je nog meer kunt variëren.
Met de juiste kennis en planning kun je zorgen voor sfeervolle én functionele verlichting in huis. En precies dat leren we je in de online lichtcursus!